FUNCTIE GEDIFFERENTIEERD VERPLEEGKUNDIGE BEDRIJFSVOERING (DIFBV)

1. POSITIE EN DOEL VAN DE FUNCTIE DIFBV

Op een verpleegkundige organisatorische eenheid worden in hoofdzaak twee verpleegkundige functies onderscheiden: de functie eerste verpleegkundige en de functie verpleegkundige.

De eerste verpleegkundige heeft een coördinerende rol en is (eind)verantwoordelijk voor het verpleegkundig proces van de hem/haar toegewezen patiënten. Gezamenlijk met de verpleegkundige draagt de eerste verpleegkundige zorg voor de uitvoerende werkzaamheden.

Daarnaast kan een eerste verpleegkundige voor maximaal 16 uur per week worden belast met een aantal taken ter ondersteuning van de hoofdverpleegkundige. In dat geval wordt gesproken over een gedifferentieerd verpleegkundige.

Eén van drie mogelijke differentiaties is bedrijfsvoering.

De gedifferentieerd verpleegkundige bedrijfsvoering, (Difbv) is een eerste verpleegkundige die de HV ondersteunt bij de algehele coördinatie van het zorgverleningsproces.
In deze functie-analyse wordt alleen de differentiatie uitgewerkt. Voor de functiehouder geldt daarnaast voor de uitvoerende verpleegkundige werkzaamheden de functie Eerste Verpleegkundige, zie aldaar.
De actuele functie-inhoud van een Difbv wordt verder bepaald door de wijze waarop de verpleegkundige wordt ingezet.
Bij deze functieanalyse is uitgegaan van de volgende werkorganisatie:
*de Difbv is gedurende alle dagdiensten van maandag t/m vrijdag aanwezig
*de inroostering van de Difbv geschiedt voor een langere periode
*gedifferentieerde taken worden gescheiden van de uitvoerende verpleegkundige taken uitgevoerd.

2. RESULTAATGEBIEDEN

2.1 Ondersteuning en advies

Een gedifferentieerd verpleegkundige geeft ondersteuning aan verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen en adviseert de HV bij ontwikkelingen op haar (differentiatie)gebied. In overleg/afstemming met de HV neemt een gedifferentieerd verpleegkundige deel aan eenheidsoverstijgend overleg en draagt zorg voor een goede samenwerking met andere gedifferentieerd verpleegkundigen op de eenheid en op andere eenheden/afdelingen. Verder draagt de gedifferentieerd verpleegkundige zorg voor uitwisseling van informatie en kennis met andere eenheden/afdelingen.

Indicatoren:
De mate waarin/de wijze waarop de gedifferentieerd verpleegkundige:
*op een lerende wijze ondersteuning verleent aan de verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen
*de HV adviseert met betrekking tot ontwikkelingen op het (differentiatie)gebied van de gedifferentieerd verpleegkundige
*contacten onderhoudt met andere gedifferentieerd verpleegkundigen op de eenheid/afdelingen en op andere afdelingen
*zorg draagt voor een goede samenwerking met en tussen andere gedifferentieerd verpleegkundigen, eerste verpleegkundigen, verpleegkundigen en andere medewerkers die op de eenheid/afdeling betrokken zijn bij het primaire proces
*zorg draagt voor de uitwisseling van informatie en kennis met andere eenheden/afdelingen

2.2 Organisatie van de zorgverlening (verpleegkundig beleid)

De gedifferentieerd verpleegkundige levert binnen de kaders aangegeven door het verpleegkundig management- een bijdrage aan het ontwikkelen, operationaliseren en bewaken van het verpleegkundig beleid.
Bij afwezigheid van de HV onderhoudt de gedifferentieerd verpleegkundige contacten met andere disciplines betrokken bij het primaire proces t.a.v. raamafspraken en met andere intra- en extramurale instellingen. Tevens neemt de gedifferentieerd verpleegkundige -bij afwezigheid van de HV- deel aan eenheids- en/of afdelingsoverstijgende multidisciplinaire activiteiten (zoals projectgroepen; commissies).

Indicatoren:

De mate waarin/de wijze waarop de gedifferentieerd verpleegkundige
*contacten met andere intra- en extramurale instellingen onderhoudt
*contacten met andere disciplines betrokken bij het primaire proces onderhoudt
*een bijdrage levert aan het ontwikkelen, operationaliseren en bewaken van het verpleegkundig beleid
*deelneemt aan eenheids- en/of afdelingsoverstijgende multidisciplinaire activiteiten
*zorg draagt voor (kwantitatieve en kwalitatieve) gegevens t.b.v. het verpleegkundig management

2.3Efficiëntie van de zorgverlening

In overleg met de HV geeft de gedifferentieerd verpleegkundige de voorwaarden en grenzen aan met betrekking tot beschikbare personele en materiële middelen. Voor wat betreft de personele middelen draagt de gedifferentieerd verpleegkundige zorg voor de inzet van het personeel, verdeelt de gedifferentieerd verpleegkundige de pauze-mogelijkheden en is een vraagbaak voor de verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen. Eventuele samenwerkingsproblemen worden door de gedifferentieerd verpleegkundige gesignaleerd en waar mogelijk opgelost. De gedifferentieerd verpleegkundige ontwikkelt en onderhoudt contacten m.b.t. het logistieke proces (voorraadbeleid en bevoorrading). De gedifferentieerd verpleegkundige houdt (mede) toezicht op het op peil houden van voorraden en opslag van medicijnen en niet-medische artikelen en op het juiste gebruik van materialen, goederen en gebruiksartikelen.

Indicatoren:

De mate waarin/de wijze waarop de gedifferentieerd verpleegkundige :
*zorg draagt voor het op peil houden van de voorraden en opslag van medicijnen en niet-medische artikelen
*toeziet op het juiste gebruik van materialen, goederen en gebruiksartikelen
*de contacten m.b.t. het logistieke processen onderhoudt
*de voorwaarden en grenzen van de eenheid m.b.t. de beschikbare personele en materiële middelen aangeeft
*beslist over de inzet van personeel en materiaal
*door de verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen wordt ingeschakeld bij vragen rond de zorgverlening en deze op kan lossen
*samenwerkingproblemen signaleert
*samenwerkingsproblemen oplost
*de pauze-mogelijkheden verdeelt

2.4 Functioneren van het verpleegkundig personeel

De gedifferentieerd verpleegkundige biedt ondersteuning aan verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen op zodanige wijze dat zij leren hun kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen opdat de zelfstandigheid van de verpleegkundige en eerste verpleegkundige wordt vergroot. Ook levert de gedifferentieerd verpleegkundige een bijdrage aan het verzamelen van gegevens over het functioneren van de verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen t.b.v. jaargesprekken die door de HV worden gehouden.

Indicatoren:

De mate waarin/de wijze waarop de gedifferentieerd verpleegkundige:
*op een lerende wijze ondersteuning verleent aan de verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen
*de verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen helpt bij het vergroten van hun zelfstandigheid
*gegevens verzamelt over het functioneren van verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen
*omgaat met de gegevens over het functioneren van verpleegkundigen en eerste verpleegkundigen

2.5. Kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening

De gedifferentieerd verpleegkundige draagt zorg voor het bewerkstelligen van IV-aspecten (SVH, patiënttoewijzing, verpleegdossier) in de dagelijkse praktijk. De gedifferentieerd verpleegkundige heeft een signalerende functie bij problemen in het primaire proces met name waar het knelpunten in de personele- en bedbezetting betreft.

Indicatoren:

De mate waarin/de wijze waarop de gedifferentieerd verpleegkundige:
*problemen signaleert in het primaire proces
*de verpleegkundige en eerste verpleegkundige ondersteunt bij de dagelijkse zorgverlening
*knelpunten signaleert in de personele- en bed bezetting
*patiënten aan verpleegkundigen toewijst
*het systematisch verpleegkundig handelen in de dagelijkse praktijk gestalte krijgt
*het verpleegdossier in de dagelijkse praktijk gestalte krijgt
*patiënttoewijzing in de dagelijkse praktijk gestalte krijgt
*de verpleegkundige overdracht in de dagelijkse praktijk gestalte krijgt
*de organisatie en coördinatie van verpleegkundige zorg in de dagelijkse praktijk soepel verloopt
*de patiënt-/verpleegplanbespreking/werkoverleg goed verloopt
*de patiënt-/verpleegplanbesprekingen/werkoverleg leidt
*de afstemming tussen de disciplines betrokken bij het primair proces soepel verloopt
*een systematische registratie en rapportage m.b.t. de behandeling en verzorging van patiënten bevordert
*toeziet op een juiste wijze van opname, overplaatsing en ontslag
*de problemen in het primaire proces oplost
*oplossingen voor knelpunten in de personele- en bed bezetting aangeeft
*intercollegiale toetsing bevordert
*zorg draagt voor structureel overleg met andere disciplines
*beslist over de bed bezetting in relatie tot de personele capaciteit in overleg met de medische discipline
*documenten, protocollen, formulieren, verpleegplannen e.d. beheert
*samenwerkt met de andere gedifferentieerde verpleegkundigen

3. KRITIEKE SITUATIES

-De gedifferentieerd verpleegkundige maakt met de arts afspraken over wijzigingen in het behandelbeleid van patiënt X terwijl de eerste verpleegkundige aan wie patiënt X is toegewezen op de eenheid aanwezig is. De eerste verpleegkundige constateert dat de gemaakte afspraak haaks staat op het reeds ingezette beleid voor deze patiënt en moet opnieuw de arts benaderen.

-Op dinsdag zijn twee eerste verpleegkundigen vrij gepland voor het deelnemen aan een cursus probleemanalyse. Op maandagmiddag melden de ingeroosterde eerste verpleegkundigen zich ziek. De gedifferentieerd verpleegkundige zoekt contact met de eerste verpleegkundigen die niet zijn ingeroosterd en in goed overleg worden de diensten dusdanig geruild dat de kwaliteit van de patiëntenzorg op dinsdag kan worden gewaarborgd. De twee cursisten kunnen met een gerust hart aan de geplande cursus deelnemen.

-De gedifferentieerd verpleegkundige signaleert aan de HV hiaten in het gedrag van een verpleegkundige op het gebied van sensitiviteit. Op basis hiervan voert de HV een gesprek met deze verpleegkundige in aanwezigheid van de gedifferentieerd verpleegkundige In het gesprek wordt afgesproken dat er coaching plaats zal vinden. Er worden concrete afspraken over het wenselijke gedrag gemaakt en hoe dat te bereiken is. Ook wordt met de HV afgesproken dat de gedifferentieerd verpleegkundige gedurende maximaal een half jaar deze coaching op zich zal nemen. Na dit half jaar zal opnieuw een gesprek met alle betrokkenen plaatsvinden.

-De gedifferentieerd verpleegkundige constateert dat artikel X niet meer in voorraad is op de eenheid. Door collega's wordt ze geattendeerd op het vergelijkbare artikel Y. Ofschoon dit artikel niet op de lijst van bestelbare standaard medische en verpleegkundige hulpmiddelen staat, bestelt de gedifferentieerd verpleegkundige toch artikel Y. Aangezien dit artikel niet (tijdig) geleverd kan worden, heeft de eenheid een tijdelijk tekort aan het benodigde artikel.

4. ONTWIKKELINGEN

Omstandigheden die nu of in de nabije toekomst invloed op de functie kunnen gaan uitoefenen, waardoor de functie-eisen moeten worden gewijzigd. Hieronder valt ook een indicatie van de situaties/activiteiten die onderdeel van de functie uitmaken.

4.1.Interne ontwikkelingen
*het werken met meerdere verpleegkundige functies/niveaus
*het werken met meerdere medische functies/niveaus
*profilering goed algemeen ziekenhuis/goede basiszorg
*grotere span of control HV

4.2. Externe ontwikkelingen
*wijzigingen in het onderwijsstelsel
*ontwikkelingen die bijdragen tot een duidelijker profilering en toetsing van het verpleegkundig beroep (BIG-wet, kwaliteitswetgeving, protocollering, toetsing, WGBO, BOPZ)
*toenemende professionalisering van het verpleegkundig beroep (verpleegkundige besluitvorming/diagnostisch redeneren)
*de zorgintensiteit van de patiënt neemt toe door onder meer verkorting opnameduur (dagbehandeling/transmurale zorg), vergrijzing van de populatie en de toename van medisch technische mogelijkheden
*de toenemende mondigheid van de patiënt en het streven om waar mogelijk tegemoet te komen aan individuele wensen en behoeften van patiënten
*wijzigingen in de CAO/arbeidsvoorwaarden

5. VERSCHILLEN BINNEN DE FUNCTIE
* de functieopbouw van de organisatorische eenheid (verhouding eerste verpleegkundige : verpleegkundige en het aantal gedifferentieerd verpleegkundigen)
* de complexiteit van de eenheid (A/B/C praktijk)
* de aard van de patiëntencategorie (kinderen/volwassenen; opnameduur; zorgbehoefte)
* de omvang van de organisatorische eenheid
* de deskundigheid van het verpleegkundig team
* het aantal medisch specialismen binnen de organisatorische eenheid 6. COMPETENTIES

6.1. Gedragscriteria

Alleen gedragscriteria zijn opgenomen die voor de differentiatie bedrijfsvoering van belang zijn. Zie voor de gedragscriteria voor de functie Eerste Verpleegkundige aldaar.

Beïnvloedend gedrag

Groepsgericht leiderschap:

* nodigt uit om inbreng te geven
* signaleert succes van het team
* komt op voor behoeften van het team
* bewaakt de effectiviteit en kwaliteit van het team
* zorgt dat een ieder weet waar men aan toe is
* plaatst zichzelf in een sturende rol
* lost interne conflicten op

Flexibel gedrag:
* objectiveert, neemt gevoelsmatig enige afstand van situatie
* brengt waardering op voor een afwijkend standpunt
* verandert onder tijdsdruk op praktische wijze van aanpak
* verandert van gedragslijn als het gewenste effect in gevaar is
* houdt rekening met positie of karakter van gesprekspartners
* profiteert van een toevallig veranderende omstandigheid

Beheren

Delegeren:

* ziet implicaties of consequenties van situatie
* overtuigt zich van vaardigheid/geschiktheid van anderen
* bewaakt het uiteindelijke resultaat
* laat een ander vrij om iets op eigen wijze te doen
* stelt iemand in staat te leren van eigen fouten

Persoonsgebonden gedrag

Stressbestendigheid:

* raakt bij ernstige storing of fout niet in paniek
* blijft zakelijk en kalm als er fors weerstand wordt geboden
* checkt op het laatste moment nog of er foutjes zijn gemaakt
* neemt verantwoordelijkheid nadat een fout is gemaakt
* gaat goed om met momenten van stilte of verwarring
* is een volhouder

* Besluitvaardigheid:

* geeft duidelijke aanwijzing
* geeft een eigen mening
* zegt nee
* confronteert, zegt dat iets niet juist is
* stelt consequenties als er niet wordt geluisterd

6.2. Stijl van werken

* Proces- en resultaatgericht
* Actief en probleemoplossend
* Ondersteunend naar individu en team
* Coachend naar individu en team
* Medewerkergericht
* Organisatiegericht

6.3. Kennis

a. Handelingsvaardigheden
* sturen en begeleiden van veranderingsprocessen
* vergroten van inzichten

b. Ervaringskennis
* meerjarige ervaring in een intra-murale verpleegkundige functie

c. Theoretische kennis

* HBO-denk en werkniveau
* eerste fase Midden Management Opleiding

7. AANLOOP- EN UITSTROOMFUNCTIES

7.1. Aanloopfunctie
* Eerste verpleegkundige

7.2. Horizontale loopbaanstappen
* Gedifferentieerd verpleegkundige bedrijfsvoering in een andere praktijk (A, B, C)
* Gedifferentieerd verpleegkundige bedrijfsvoering op een andere organisatorische eenheid
* Projectmedewerker

7.3. Uitstroom/promotiefuncties
* Hoofdverpleegkundige
* Stafmedewerker
* Assistent beheerder


RGW/Li Po competentieprofiel Gediff. Verpleegkundige Bedrijfsvoering Orig:/LH/RH
Laatst bijgewerkt: 3-8-2007
Home Database Competentieprofielen