Functie: Hoofd Subafdeling |
Organisatie: Werkt onder leiding van: Hoofd Patientengegevensverwerking |
Functiefamilies: Administratie, Management |
Indicaties voor de functiefamilie : Informatieverwerking, Leiding |
Resultaatgebieden:
Leiding Betreft het verdelen van de werkzaamheden en het toezien op de kwaliteit van het werk van de subafdeling Patientenregistratie en declaratie of Bestands-en systeembeheer. Prestatie-indicatoren: Een evenwichtige werkverdeling Het stellen van de juiste prioriteiten De kwaliteit van het werk is goed De continuïteit van het werk De werksfeer Het gedrag en de deskundigheid van medewerkers
Informatieverwerking Betreft het vastleggen van basisgegevens van patiënten, de administratieve verwerking van patientengegevens en de declaratie aan ziektekostenverzekeraars en patiënten Prestatie-indicatoren: De vastgelegde patientengegevens zijn volledig en betrouwbaar De verwerking van patientengegevens gebeurt tijdig, volledig en betrouwbaar De declaratie van patientengegevens gebeurt tijdig, volledig en betrouwbaar Het aantal fouten is minimaal
Informatieverstrekking Betreft het verstrekken van informatie aan ziektekostenverzekeraars en patiënten. Prestatie-indicatoren: De verstrekte informatie is tijdig, volledig en betrouwbaar Het aantal fouten is minimaal
Bestandsbeheer en systeembeheer Betreft het beheer van ZIS-systeemdelen, thesaurie en gegevensbestanden Prestatie-indicatoren: De ZIS-systeemdelen en de gegevensbestanden zijn goed toegankelijk, volledig en betrouwbaar Het aantal fouten is minimaal
|
Denkbare kritieke situaties:
Duidelijkheid Nieuwe functionaris constateert na een reorganisatie dat het voor veel medewerkers niet duidelijk is wat hun taken zijn en welk gedrag er van hen wordt verwacht. Functionaris spreekt met alle medewerkers en geeft daarbij duidelijk aan wat de taken van zijn. Tevens geeft hij aan dat wanneer iemand zijn taken heeft afgemaakt dat dit niet betekent dat hij niets meer behoeft te doen maar dat er verwacht wordt dat er dan gekeken wordt in hoeverre collega's kunnen worden geholpen of dat er nieuwe zaken kunnen worden opgepakt. |
Vervolg denkbare kritieke situaties:
Te weinig hulpvaardig. Een afdeling heeft een vraag om advies. Het betreft een kleinigheid die aan deze afdeling al vaker is
uitgelegd. Er zou misschien een betere instructie moeten worden gegeven. In plaats daarvan wordt aan de
vraag een lage prioriteit gegeven en de afdeling wordt ietwat badinerend bejegend. Gevolg: Klachten en de
afdeling zoekt andere wegen.
Passief. Bij de introductie van nieuw systeemdelen is het verzoek om een goede handleiding regelmatig geuit. De leidinggevende van de functionaris heeft hem dat al een aantal malen verzocht daarvoor zorg te dragen. Zijn reactie daarop is rustig afwachten totdat de gebruikers hun klachten, suggesties en vragen hebben gesteld en zijn medewerkers dan een aangepaste instructie te laten maken. Hij is van mening dat hij niet vooraf weet welke vragen er komen en dat het maken van een handleiding en een aangepaste instructie dubbel werk is en hij en zijn medewerkers kunnen hun tijd beter besteden. Gevolg: Dienstverlening beneden gewenste niveau |
Gedragscriteria:
Groepsgericht leiderschap Prestatie-indicatoren: Motiveert en inspireert de medewerkers Stimuleert opleiding en ontwikkeling Weinig of geen persoonlijke conflicten
Klantgerichtheid Prestatie-indicatoren: Presentatie, werkverzorging en betrouwbaarheid Aandacht voor wensen opdrachtgever Mate van tevredenheid van de klanten
Flexibel gedrag Prestatie-indicatoren: Bereidheid om andere dan de gebruikelijke taken te verrichten Alertheid, kunnen zien dat gebruikelijke werkwijze niet tot resultaat leidt
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Prestatie-indicatoren: Begrijpelijke taal Juiste woordkeus Helder en duidelijk
Organisatiesensitiviteit Prestatie-indicatoren: Kwaliteit van de relatie met diensten en afdelingen Onderkent problemen bij andere organisatieonderdelen en bij de medewerkers Initiatief Prestatie-indicatoren: Onderneemt ongevraagd actie Gaat op zoek naar informatie Komt met oorspronkelijk idee |
Vervolg gedragscriteria:
Probleemanalyse Prestatie-indicatoren: Goed onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Beschikt over de juiste basisinformatie Heldere procesanalyses
Samenwerken Prestatie-indicatoren: Mate waarin men vrijwillig meehelpt aan het werk van een ander. Goede samenwerking met andere diensten, afdelingen en medewerkers
Voortgangscontrole Prestatie-indicatoren: Overzicht over eigen werklast en belasting van de afdeling. Gewoonte om op vaste tijdstippen of momenten in het werkproces te controleren
op afwerking en volledigheid.
Prestatiemotivatie Prestatie-indicatoren: Initiatieven voor aanpassingen Onderneemt stappen om vaktechnisch bij te blijven Toont enthousiasme en inzet. |
Overige competenties:
Academische opleiding bedrijfseconomie of bedrijfskunde Kennis van relevante wet- en regelgeving en van de grondslagen van persoons- en financiële administraties Kennis van modellen en methoden voor de inrichting van geïntegreerde (geautomatiseerde) patientenadministraties
|
Loopbaanmogelijkheden:
Instroomfuncties: Coördinerend medewerker grootboek- en projectadministratie Consulent
Horizontale mobiliteit: Consulent meervoudig vakgebied
Verticale mobiliteit: Hoofd Patientengegevensverwerking Hoofd subafdeling Grootboek- en Projectadministratie Senior consulent Beheerder |