Functie: Hoofd Informatie & Communicatie Technologie (ICT) Beleid
Organisatie: Werkt onder leiding van: Directeur Servicefaciliteiten
Functiefamilies: Management, Dienstverlening
Indicaties voor de functiefamilie : Leiding, Klantgerichtheid
Resultaatgebieden:

Leiding, organisatie en beheer.


Betreft de wijze van leidinggeven, het vormgeven aan het arbeidsklimaat, de werkorganisatie van het bedrijfsonderdeel en de integrale werkwijze van de medewerkers. Voorts het bewaken van de verdeling, de voortgang, de kwaliteit en de resultaten van het werk en van het financieel, materieel en personeel beheer.

Prestatie-indicatoren:

Afspraken met raad van bestuur, directie en klanten worden toetsbaar gerealiseerd.
De werkorganisatie van het bedrijfsonderdeel functioneert flexibel, soepel en efficiënt.
De medewerkers zijn gemotiveerd en nemen verantwoordelijkheid.
Er is teamgeest, men kan onderlinge conflicten gemakkelijk aan.
De communicatie naar de medewerkers is goed en er komen signalen naar boven.
Kader en medewerkers zijn gespitst op verbeteringen, aanpassingen en vernieuwingen.
Opmerkingen over en veranderingen in het werk worden gezien als uitdagingen.
De kwaliteit van het verrichte werk is goed.
Goed financieel, materieel en personeel budgetbeheer.

Beleidsvoorbereiding


Betreft het voorbereiden van en het (laten) vaststellen van het ICT beleid middels het opstellen van informatiseringsplannen voor het bedrijf als geheel.

Prestatie-indicatoren:

Het ICT beleid sluit aan bij en ondersteunt het bedrijf beleid.
Handhaaft de vastgestelde bedrijf kwaliteitsnorm van de dienstverlening.
De behoeften op het gebied van informatievoorziening en werkprocesondersteuning zijn bij de klanten geïnventariseerd.
Relevante ontwikkelingen informatietechnologie zijn geïnventariseerd.
Informatiseringsplannen sluiten aan bij de behoeften van de klanten en zijn technisch haalbaar.
Informatiseringsplannen blijven de door de raad van bestuur gestelde technische en financiële kaders.
Informatiseringsplannen geven de prioriteiten aan en definiëren de projecten.
Informatiseringsplannen zijn met decentraal management, directie en raad van bestuur
afgestemd.

Uitvoering en Controle ICT Beleid


Betreft het zorg dragen voor en bijdragen in de uitvoering van het ICT beleid, het bepalen van de randvoorwaarden voor de uitvoering van informatiseringsplannen en de daarin gedefinieerde projecten en de controle op de uitvoering van het ICT beleid.

Prestatie-indicatoren:

Randvoorwaarden waarborgen een gestructureerde bedrijf-IT infrastructuur.
De functionele, technische en financiële beheersbaarheid is gegarandeerd.
De uitwisselbaarheid van elektronische gegevens wordt verhoogd.
Houdt toezicht op de naleving van het vastgestelde ICT beleid en de randvoorwaarden.
Wettelijke en bedrijf voorschriften op gebied privacy en beveiliging worden nageleefd.
Implementeren van nieuwe of vernieuwde geautomatiseerde systemen worden aan het ICT beleid en de randvoorwaarden getoetst.
Continue controle op ontwikkeling kosten van exploitatie en investeringen.

Dienstverlening

Betreft de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren of doen uitvoeren van alle werkzaamheden die direct of indirect voortvloeiend uit de taken van het bedrijfsonderdeel ICT beleid.

Prestatie-indicatoren:

Hoofd ICT wordt door raad van bestuur, directie en klanten gezien en geaccepteerd als eindverantwoordelijke voor de totale dienstverlening van het bedrijfsonderdeel ICT beleid.
Onderhoudt contacten met klanten en externe relaties
Goede vakinhoudelijke kennis en vaardigheden hoofd ICT en medewerkers.
Kennis van relevante ontwikkelingen op het gebied van hardware en software.
Treedt op als adviseur en coördinator op het vakgebied informatica.
Oordeel van raad van bestuur, directie en klanten de over de kwaliteit van de dienstverlening.

 

Denkbare kritieke situaties:

Hoofd ICT heeft meer affiniteit met informatiseringsperikelen dan met leiding en organisatie.
Hoofd ICT neemt wensen klanten niet serieus.
Hoofd ICT geeft het eigen vakgebied onevenredig prioriteit.
Hoofd ICT schermt met zijn specialistische kennis.
Hoofd ICT blijkt niet in staat het bedrijfsonderdeel ICT goed te kunnen vertegenwoordigen.
Over actuele ontwikkelingen wordt binnen het bedrijfsonderdeel ICT niet voldoende gecommuniceerd.
Naleven randvoorwaarden in vastgesteld beleid heeft een lage prioriteit.
Hoofd ICT geeft slechte voorbeelden van dienstverlening aan de medewerkers.
Hoofd ICT heeft geen netwerk, communiceert niet rechtstreeks met de klanten en externe relaties.

 

 Gedragscriteria:

Groepsgericht leiderschap


Prestatie-indicatoren:

Geeft duidelijke instructies.
Motiveert en inspireert de medewerkers.
Coacht, creëert een vertrouwensband met zijn medewerkers.
Zorgt voor duidelijkheid van het doel en van ieders rol.
Lost interne conflicten op.

Delegeren


Prestatie-indicatoren:

Draagt een taak, een verantwoordelijkheid of een beslissingsbevoegdheid duidelijk en met instructie over.
Overtuigt zich van vaardigheid, bereidheid en geschiktheid van de medewerker.

Voortgangscontrole


Prestatie-indicatoren:

Maakt duidelijke vervolgafspraken.
Hanteert checklists, agenda, plant meetmomenten. 

Klantgerichtheid


Prestatie-indicatoren:

Verplaatst zich in positie van de klant en heeft oog voor tekorten in dienstverlening
Reageert snel en adequaat op verzoeken van klanten.
Vraagt door op wensen van de klant en geeft helder de kaders aan van wat wel en niet gerealiseerd kan worden.
Neemt het belang van de klant als uitgangspunt.
Checkt bij de klant of aan verwachtingen, wensen en behoeften is voldaan.
Reageert op klacht met prompt herstel, geen defensief gedrag of afschuiven op
anderen.

Initiatief


Prestatie-indicatoren:

Anticipeert, handelt pro-actief.
Neemt het voortouw, komt zelf met ideeën en oplossingen.
Grijpt kansen.

Visie


Prestatie-indicatoren:

Werkt aan doelen en plannen op lange termijn
Wijst op nieuwe problemen en nieuwe situaties die voor anderen nog niet duidelijk zijn
Houdt rekening met veranderingen en vernieuwingen, met name ook buiten het bedrijf

Besluitvaardigheid


Prestatie-indicatoren:

Neemt een standpunt in en spreekt dat uit.
Neemt tijdig besluiten, stelt niet uit, ook als nog niet alle informatie aanwezig is.
Neemt een juist aantal besluiten.

Organisatiesensitiviteit


Prestatie-indicatoren:

Neemt geen beslissing zonder de consequenties voor anderen te hebben onderzocht.
Ziet de consequenties voor de dienstverlening die het gevolg zijn van beslissingen van anderen.
Houdt rekening met de bedrijfscultuur op verschillende plaatsen.
Onderkent belemmeringen bij andere organisatie-onderdelen en/of medewerkers en probeert daar wat aan te doen.

Samenwerken


Prestatie-indicatoren:

Zet zich in voor het bereiken van een win/win situatie
Pakt ideeën en suggesties van anderen positief op en gaat er mee verder
Goede samenwerking met collega=s, afdelingen en diensten

Flexibel gedrag


Prestatie-indicatoren:

Stapt af van een vooraf gemaakt plan, als het beoogde effect uitblijft
Kiest gemakkelijk verschillende werkwijzen om hetzelfde doel te bereiken
Laat merken dat de essentie van tegenwerpingen wordt opgepakt  

Overtuigingskracht


Prestatie-indicatoren:

Hanteert de juiste stijl en de goede argumenten
Brengt hetzelfde idee op verschillende manieren naar voren
Krijgt de medewerkers tot een positieve reactie op een voorstel

Stressbestendigheid


Prestatie-indicatoren:

Blijft kalm en zakelijk
Werkt onder alle omstandigheden precies
Houdt vol

 

Overige competenties:

Academische opleiding in relevant vakgebied.
Tenminste 3-5 jaar ervaring in een leidinggevende functie


 

Loopbaanmogelijkheden:

Instroomfuncties:
Hoofd van Dienst
Clusterbeheerder
Beheerder
Projectleider
Coördinerend Stafmedewerker.

Horizontale mobiliteit:
Leidinggevende functies.

Verticale mobiliteit:
Hoofd van Dienst/Faciliteit

Laatst bijgewerkt 7-7-2007


Home RGW database competentieformulieren