Functie: IC Verpleegkundige
Organisatie: Werkt onder leiding van: Hoofdverpleegkundige
Resultaatgebieden:

Zorgcoördinatie

Betreft het signaleren en coördineren van het verpleegkundig proces van de toegewezen patiënten, het zorg dragen voor de intra en multidisciplinaire afstemming en voor de continuïteit van de zorgverlening rondom deze patiënten in het zorgproces en het afstemmen van de zorg op de specifieke situatie waarin de patiënt verkeert.

Prestatie-indicatoren:

Neemt actief deel aan de genoemde overlegmomenten
Zorgt voor een optimale instructie over de bij de patiënt in gebruik zijnde apparatuur
Zorgt voor een duidelijke en volledige overdracht aan de volgende dienst
Draagt de zorg over aan collega's met behulp van de verpleegkundige overdracht procedure
Verwoordt tijdens de overlegmomenten de situatie, de wensen en belangen van de patiënt
Betrekt eventueel in overleg met de arts andere disciplines bij het zorgproces
Stemt de activiteiten van de verschillende disciplines op elkaar qua planning en inhoud af
Roept de arts tijdig in consult buiten de overleg momenten om

Bewaking

Betreft het bewaken, beschermen, corrigeren en overnemen van veelal meerdere vitale lichaamsfuncties binnen de door de arts aangegeven grenzen en het in acute situaties zelfstandig ondernemen van actie bij het wegvallen van één der vitale functies.

Prestatie-indicatoren:

Selecteert parameters op grond van de te bewaken vitale functies,
Instellen en bijstellen van alarmgrenzen van apparatuur
Signaleert tijdig veranderingen in de toestand van de patiënt
Controleert, registreert en interpreteert de parameterwaarden
Doet aan de hand van de parameterwaarden voorstellen aan de arts voor de behandeling
Draagt zorg voor verantwoord transport van de patiënt naar andere lokaties
De vitale functies worden bij transport bewaakt en zo nodig ondersteund of overgenomen
Bepaalt binnen de beleidsafspraken, het moment van afstemming met de behandelende of dienstdoende arts
Start in acute situaties zo nodig al met de meest geëigende therapie

Zorgklimaat

Betreft het welbevinden en de tevredenheid van de patiënt en familie. Het rekening houden bij het verlenen van de zorg met het ontwikkelingsniveau en de levensfase waarin de patiënt verkeert.

Prestatie-indicatoren:

Heeft aandacht voor de individuele wensen en behoeften van de patiënt
Houdt rekening houdt met de privacy van de patiënt
Ondersteunt de patiënt en/of familie om zich aan te passen aan de nieuwe situatie
Betrekt de familie in het zorgverleningsproces
Stemt de te verlenen zorg af op de zorgbehoefte van de patiënt
Biedt de familie de gelegenheid het verpleegkundig dossier van de patiënt in te zien
Heeft oog voor de individuele behoeften van de patiënt en diens wijze van communiceren.
Draagt zorg voor een goede overdracht aan de collega IC verpleegkundige
Bespreekt de verleende zorg en evalueert met collega's, patiënt en/of naaste familie
Houdt bij zorgverlening rekening met de mate van bewustzijn waarin de patiënt zich bevindt

Methodische zorgverlening

Betreft het op een methodische wijze verlenen en actief hanteren van verpleegkundige zorg bij de toegewezen patiënten van opname tot ontslag, het hierbij betrekken van alle relevante informatie van patiënt, familie, collega's en andere disciplines. Het uitvoeren van de in het verpleegplan vastgelegde activiteiten en het gebruiken van methodieken, standaarden en protocollen kritisch en het evalueren daarvan.

Prestatie-indicatoren:

Bespreekt de voortgang van de zorg met de patiënt en/of familie en evalueert deze zorg
Draagt zorg voor het lichamelijk welbevinden van de patiënt en voor diens veiligheid en rust
Betrekt (op verzoek) de familie bij gesprekken over de thuissituatie en eventueel te verlenen zorg na ontslag
Verzamelt tijdens het anamnesegesprek relevante gegevens en legt deze vast op het anamneseformulier
Signaleert verpleegproblemen en stelt een verpleegplan op
Legt alle activiteiten uit verpleegplan, onderzoek of behandeling vast
Rapporteert aan de hand van anamnese, verpleegplan, observaties, medisch behandelplan, apparatuur etc.
Evalueert de doelstellingen en de acties van het verpleegplan
Legt alle relevante gegevens vast op het overdrachtformulier
Heeft aandacht voor voldoende vochtopname en de uitscheiding van de patiënt
Heeft aandacht voor het geestelijk welbevinden van de patiënt, m.n. angst, onrust en pijn
Heeft voldoende aandacht heeft voor de basiszorg zodat complicaties worden voorkomen.
Maakt gebruik van protocollen en procedures

Medisch en Verpleegtechnisch Handelingen

Betreft het zorg dragen voor een doelmatige en functionele toepassing van de ondersteunende apparatuur en het op voorschrift van de behandelend artsen uitvoeren van technieken.

Prestatie-indicatoren:

Verricht handelingen verricht rondom de beademde patiënt, w.o. de bediening van beademingsapparatuur
Assisteert bij op de eenheid voorkomende behandelingen en ingrepen
Schept de noodzakelijke voorwaarden schept opdat artsen deze handelingen kunnen uitvoeren
Past invasieve technieken toe en verzorgt systemen ten behoeve van deze technieken
Heeft kennis heeft van werking en bijwerking van voorgeschreven medicatie
Correct toedienen van medicamenten bij alle op de eenheid voorkomende methoden
Sluit de bedside monitoring aan, stelt deze in en ijkt en calibreert de transducers
Vangt monsters op van lichaamsvochten en uitscheidingsproducten, verzamelt en meet dit en maakt het gereed voor transport Legt verbanden aan en verwisselt deze, verzorgt wonden en hechtingen en verwijdert drains en tampons.

Begeleiding, voorlichting en advies

Betreft het begeleiden van de patiënt met het in acht nemen van de mate van bewustzijn van de patiënt en zijn familie tijdens de kritieke fase in het ziekteproces. Het geven van voorlichting en advies die samenhangen met de aandoening of het ziekteverloop van de patiënt en stemt dit af met betrokken disciplines.

Prestatie-indicatoren:

Bespreekt met familie de beperkingen die te maken hebben met de ziekte en/of opname
Informeert de relaties en indien mogelijk de patiënt over de specifieke aspecten van verblijf op de IC, met het in acht nemen van de mate van bewustzijn van de patiënt
Informeert de patiënt over handelingen die zij aan de patiënt uitvoert en wat de consequenties van die handelingen zijn, met het in acht nemen van de mate van bewustzijn van de patiënt
Gaat na de familie en/of de patiënt de informatie over de resultaten en/of behandeling heeft begrepen, met het in acht nemen van de mate van bewustzijn van de patiënt
Neemt maatregelen als de informatie nog onduidelijk is met het in acht nemen van de mate van bewustzijn de patiënt
Informeert de familie/relatie over het verdere verloop van de verpleging en verzorging
Draagt zorg voor een goede afstemming tussen de verschillende disciplines over de informatievoorziening en een goede overdracht naar de verpleegafdeling

Beroepsontwikkeling

Betreft het ontwikkelen van de eigen vaardigheden en het verlenen van bijdragen aan het functioneren van het team en het realiseren van voorwaarden voor het primaire verpleegkundig proces m.b.t beroepsontwikkeling, kwaliteitsbewaking en beheersing, kwaliteitsbevordering, innovatie, consult en protocolontwikkeling.

Prestatie-indicatoren:

Volgt ontwikkelingen binnen het beroep en weet deze te vertalen naar de eigen werksituatie.
Neemt deel aan bijscholing, informatiebijeenkomsten, evaluatie bijeenkomsten ,training on the job, werkgroepen en werkoverleg,
Bereidt zich voor en levert een actieve en positieve bijdrage
Leest vakliteratuur en is op de hoogte van relevante ontwikkelingen binnen de eigen werksituatie of vakgebied
Neemt deel aan relevante overleg situaties en de hieruit voortvloeiende activiteiten verricht
Is breed inzetbaar

Begeleiding van nieuwe medewerkers, cursisten en stagiaires

Betreft het instrueren en begeleiden van nieuwe medewerkers en cursisten in/naar de functie IC verpleegkundige op een IC eenheid stagiaires in het behalen van de leerdoelen.

Prestatie-indicatoren:

Geeft aanwijzingen en feedback geeft
Instrueert en begeleidt nieuwe medewerkers, cursisten en stagiaires
Schept voldoende voorwaarden opdat cursisten en stagiaires hun leerdoelen kunnen behalen
Zorgt dat nieuwe medewerkers aan het eind van de inwerkperiode zelfstandig functioneren
Maakt verschil in visies/ meningen en belangen bespreekbaar o.a. in evaluatie gesprekken



Denkbare kritieke situaties:

- Geduldige IC verpleegkundige bij onrustige patiënt
- Positieve instelling IC verpleegkundige bij acuut ernstig personeelstekort
- Nemen van maatregelen om een mogelijk beddenprobleem in goede banen te leiden
- Goede verpleegkundige begeleiding van familie bij orgaandonatie
- Goede verpleegkundige planning van het transport van instabiele IC patiënt.
- Onttrekken aan de verantwoordelijkheid bij een acute verstoring van een vitale functie
- Gebrek aan assertiviteit waardoor een verstoorde samenwerkingsrelatie ontstaat



Gedragscriteria:

Luisteren

Prestatie-indicatoren:

Doorvragen naar redenen en oorzaken.
Openstaan voor bijzondere signalen.
Toetst of hij begrepen heeft wat de ander wil zeggen
Vraagt opheldering als wat de ander heeft gezegd niet helder is

Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid

Prestatie-indicatoren:

Formuleert helder en duidelijk
Spreekt in begrijpelijke taal
Kiest zorgvuldig de juiste woorden
Brengt de bedoeling van een boodschap goed over
Verheldert een probleem door een goed voorbeeld

Sensitiviteit

Prestatie-indicatoren:

Meldt spontaan dat communicatie niet slaagt
Houdt rekening met omstandigheden waarin de ander verkeert en doet daar iets zinnigs mee
Verwoordt behoeften en gevoelens van anderen
Begrijpt dat iets pijnlijk ligt voor een ander en reageert daarop met adequaat gedrag
Laat een ander in zijn waarde
Tolereert afwijkende meningen
Laat blijken zich bewust te zijn van ethische of morele problemen van een ander
Houdt rekening met de doelstellingen van een ander

Samenwerken

Prestatie-indicatoren:

Past zich aan de groep aan als het er om gaat tot een gezamenlijk resultaat te komen
Levert bijdrage, idee of voorstel voor een groepstaak die niet van persoonlijk belang is
Heeft spanningen in een groep verminderd
Uit zich positief over prestaties van een collega

Plannen en organiseren

Prestatie-indicatoren:
Treft in een verwarde situatie maatregelen om orde op zaken te stellen
Ontleedt een opdracht in fasen
Schakelt anderen in naar rato van bekwaamheid en interesse
Ziet scherp vooruit
Onderscheidt hoofdzaken van bijzaken
Reageert adequaat op een onverwachte complicatie

Probleemanalyse

Prestatie-indicatoren:

Maakt toepasselijk onderscheid tussen hoofd en bijzaken
Signaleert een belangrijk probleem
Benoemt de oorzaken van problemen die zich voordoen
Onderneemt actie wanneer een relevant probleem zichtbaar wordt
Benut actief de voor het functioneren noodzakelijke informatiebronnen
Anticipeert op storingen, bijvoorbeeld door tijdig te zorgen voor informatie en/of door een plan voor te ondernemen stappen
Analyseert een taak of een werkproces
Stelt logisch en methodisch vast waar een fout zit en bepaalt evenzo de oorzaak ervan
Beschikt over verschillende methoden om complexe problemen aan te pakken en relevante informatie te verkrijgen

Klantgerichtheid

Prestatie-indicatoren:

Stelt zich dienst en hulpverlenend op
Overtuigt zich van de bedoeling van een verzoek
Opent mogelijkheid tot correctie of bijstelling
Geeft aan dat men terug mag komen
Geeft een helder beeld van wederzijdse verwachtingen
Levert maatwerk voor de klant
Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten
Reageert op klacht met prompt herstel, zonder defensief gedrag

Initiatief

Prestatie-indicatoren:

Vraagt uit zichzelf nadere informatie
Doet iets wat niet gevraagd wordt
Grijpt een kans aan
Is actief in woord en gedrag
Onderneemt iets om de voortgang te versnellen
Komt uit eigen beweging met idee of oplossing

Aanpassingsvermogen

Prestatie-indicatoren:

Houdt overzicht bij onverwachte gebeurtenis
Stelt zich snel in op nieuwe situatie
Heeft bij verandering oog voor prioriteiten
Kiest nieuw doel wanneer nodig
Werkt in crisissituatie de belangrijkste taak goed af

Integriteit

Prestatie-indicatoren:

Neemt verantwoordelijkheid voor eigen handelen
Is zich goed bewust van eigen normen en waarden.
Geeft aan wanneer onverwacht gedrag buiten de eigen normen en/of beroeps of organisatienormen valt
Houdt aan normen vast ook wanneer dit nadeel, spanning of conflicten met zich mee brengt

Stressbestendigheid

Prestatie-indicatoren:

Raakt bij ernstige storing of fout niet in paniek
Blijft zakelijk en kalm als er fors weerstand wordt geboden
Checkt op het laatste moment nog of er foutjes zijn gemaakt
Neemt de verantwoordelijkheid nadat een fout is gebeurd
Gaat goed om met moment van stilte of verwarring
Is een volhouder



Overige competenties :

Verpleegkundige Beroepsopleiding (HBO-niveau)
Intensive Care Opleiding
Eventueel aanvullende vaktechnisch opleiding



Loopbaanmogelijkheden:

Instroomfunctie:
Verpleegkundige
Specialisatie Kinderverpleegkundige (I.C. Neonatologie)
Specialisatie Obstetrie/Gynaecologie (I.C. Neonatologie)

Horizontale mobiliteit:
IC Verpleegkundige op een andere afdeling

Verticale mobiliteit:
Eerste verpleegkundige
Gedifferentieerd verpleegkundige
Stafmedewerker
Verpleegkundig Consulent
Hoofdverpleegkundige
Nurse practioner


Auteur: Rudi Hilberts. Laatst bijgewerkt 8 augustus 2007
Home Database competentieprofielen