RGW terminologie rond de begrippen beroep, functie en competentie.


Sociologische en sociaal-psychologische functiebegrippen.

In deze categorie is het centrale thema gedrag. Daarbij gaat het om typeringen, maatstaven, voorwaarden, grondslagen en effecten van gedrag.

 

Gedrag                        Waarneembare activiteiten die iets of iemand verricht.

 

Beroep                        Het vak dat iemand uitoefent. Een verzameling van activiteiten die de samenleving van iemand verwacht op grond van diens vaardigheden, affiniteiten en kwalificaties.

 

Functie                         De activiteiten die van een teamlid of medewerker verwacht worden als bijdragen voor het bereiken van de doelen van een vereniging, team of onderneming.

 

Rol                              Kenmerkend gedragspatroon dat zichtbaar wordt bij het vervullen van (een deel van) een functie of (een deel van) een beroep.

 

Programma                   Recept voor gedrag.

 

Resultaat                      Het gevolg van verrichte activiteiten, met ander woorden: het gevolg van gedrag.

 

Resultaatgebied            Samenhangende verzameling van mogelijk optredende gevolgen van het verrichten van (een deel van) een functie of van een van de rollen van het beroep.

 

Vaardigheid                 Het vermogen om een activiteit of verzameling van activiteiten bekwaam en toepasselijk uit te voeren.

 

Prestatie-indicator        Objectieve maatstaf voor de afweging van aanwezige en/of bereikte resultaten en vaardigheden.

 

Bevoegdheid                Toestemming, vrijheid voor gedrag.

 

Bereidheid                Wil, voorkeur, respectievelijk duidelijke geneigdheid, om in een gegeven situatie tot het uitvoeren van een specifiek gedrag over te gaan.

 

Gedragscompetentie    Gedrag, vaardigheid of handeling waartoe iemand bereid, bevoegd en in staat is. Zonder de emotionele component "bereidheid" is de aanwezigheid van competenties nutteloos.

 

Competentie                Verzameling van specifieke en observeerbare activiteiten die onder een kenmerkende gedragsbenaming zijn bijeen gebracht en die onder die benaming in veel situaties gerelateerd kunnen worden aan succes of falen. Als synoniem hiervoor worden ook termen gebruikt als gedragstype en gedragskenmerk .

 

Juridische functiebegrippen:

In deze categorie is het centrale thema de arbeidsrechtelijke verbintenis. Daarbij gaat het om rechten, verplichtingen, maatstaven, voorwaarden, grondslagen en consequenties van de verbintenis.

 

Baan                            De organisatorische positie die men inneemt als werknemer op grond van een arbeidsrechtelijke verbintenis met een onderneming.

 

Taak                            De inhoud van een opdracht tot het verrichten van bepaalde werkzaamheden.

 

Functie                        Het geheel van taken dat wordt opgedragen aan een werknemer.

 

Hoofdbestanddeel        Verzameling van onderling samenhangende of gelijksoortige taken, bijeen gebracht onder een hoofdstuk in de beschrijving van een functie.

 

Bevoegdheid                Door middel van geldig diploma, certificaat, pas of toegangsbewijs schriftelijk aantoonbare vrijheid tot het uitoefenen van een beroep, of het uitvoeren van een taak of handeling, op basis waarvan wettelijke aansprakelijkheid wordt geregeld.


Laatst bijgewerkt: 29-06-2010 Li Po
Copyright 2009 W.M. van Osch Vrij voor eigen gebruik, mits bronvermelding
Home Functie database Download deze file naar uw tekstverwerker Vragen of tips over competentiemanagemen en resultaatgericht werken kunt u zenden naar: Li Po